
Bij een moderne beplanting zijn schermbloemigen een niet te missen factor. Net als bij grassen waren schermen nog niet zo lang geleden een vrij onbekend terrein voor tuiniers. Beiden zijn zij nu niet meer weg te denken in een moderne gemengde beplanting.

Een succesvolle plantencombinatie is voor een groot deel afhankelijk van vormen van bloemen. Het zijn juist deze schermen (en grassen) die onze beplanting het natuurlijke karakter meegeven. In weides en bermen zijn het schermen die bij ons voorkomen in grote aantallen, vooral het fluitekruid (Anthriscus sylvestris) en pastinaak (Pastinaca sativa) komen veelvuldig voor.
In onze stukjes nagebootste natuur zijn schermen een belangrijk onderdeel als we een zo natuurlijk mogelijk ogende beplanting wensen. Een goed mengsel van planten bestaat, naast schermen, uit verschillende vormen zoals; aren, knopen/bollen, pluimen, margrieten en filters.

Een moderne natuurlijke beplanting word opgebouwd in lagen, schermen zullen door hun hoogte en groeiwijze vaak tot de midden of hoogste laag behoren. Om zicht te blijven houden op de onderste laag planten is voor planten in deze lagen transparantie een belangrijk begrip. Veel schermen hebben deze eigenschap en bezitten daarnaast ook nog eens ragfijn blad, wat deze transparantie nog meer tot goede komt. Je kunt als het ware door de schermplanten heen naar de planten erachter of eronder kijken, dit geeft vaak een mystiek effect.

De bekende tuinontwerper en Dutch Waver van het eerste uur Ton ter Linden gebruikt vaak hoog opgaande transparante planten op een plek aan de voorzijde van zijn borders om dit mystieke effect te bereiken.
Een goede combinatie heeft naast de bloeivorm ook variatie in bladvormen.


Bij de schermbloemigen zijn er planten die dienst kunnen doen als structuurplant (Angelica gigas en A. archangelica) en zijn er zogenaamde gatenvullers. Als u dan eenmaal bent overgegaan tot het gebruiken van schermen zult u zich afvragen waarom u dit niet al veel eerder heeft gedaan. Vaak zult u merken dat u al veel eerder schermen bent gaan gebruiken, denk maar eens aan Phloxen en Zeeuws knoopje (Astrantia).


De meeste schermbloemigen zijn tweejarige en kortlevende vaste planten die zichzelf uitzaaien. De meeste bloeien meteen in het eerste jaar en sommige pas in het tweede jaar. Als de ouderplanten doodgaan zullen de nieuwe zaailingen zich in het voorjaar laten zien, vaak net op een andere plek. Deze spontane eigenschap maakt ze nog meer geschikt voor dit soort tuinen.

Schermbloemen met opvallend blad zijn:
- Anthriscus sylvestris ‘Ravenswing’
- Chaerophyllum hirsutum ‘Roseum’
- Meum athamanticum
- Pimpinella major ‘Rosea’
- Selinum wallichianum en S. tenuifolium
- Seseli gummiferum
Hogere indrukwekkender schermbloemen
- Angelica gigas
- Angelica archangelica
- Angelica atropurpurea
- Ferula communis
- Levisticum officinale
- Molopospermum peloponnesiacum
- Peucedanum verticillare
Tagged: Ammi majus, Angelica archangelica, Angelica atropurpurea, Angelica gigas, Astrantia, Dutch Wave, Natuurstijl, natuurtuin, New Perennial Movement, Phlox, Piet Oudolf, Pimpinella major 'Rosea', Prairietuin, Schermbloemen, Ton ter Linden, Vaste planten
