Loop bij een willekeurig tuincentrum binnen en de kans is groot dat u de verkoopdisplay met grassen niet kan missen. Voor deze tuinstijl waarbij de natuur zijn intrede doet in onze tuinen zijn grassen onmisbaar.
Grassen en schermbloemen geven de beplanting zijn natuurlijke karakter. Piet Oudolf spreekt van stukjes nagebootste natuur, in zijn ontwerpen weet hij als geen ander ons ideaalbeeld van natuur te realiseren in een ontwerp, uitvoering en begeleiding.
Uit onvrede over het beschikbare plantmateriaal van die tijd weet hij na een bezoek aan Beth Chato in Engeland dat het roer drastisch om moet. Chato was voor haar eigen tuin op zoek naar planten die goed tegen droge omstandigheden kunnen voor haar ‘Dry Garden’, Het werd zoeken naar de naald in de hooiberg waarop Beth Chato besloot deze planten zelf te gaan kweken in haar eigen kwekerij.
Terug in Hummelo besloten Anja en Piet Oudolf om op hun terrein een kwekerij te starten. Anja gaat de vaste planten kweken die nodig waren voor Piet in zijn ontwerpen. Piet Oudolf hierover: ‘de manier waarop Beth Chato haar kwekerij runt, inspireerde ons om een eigen kwekerij op te zetten.’
Duitse kwekerijen zijn voor Piet een bron van de juiste planten. De Duitse kweker Ernst Pagels en zijn kwekerij waren voor Piet Oudolf een eye-opener. Ernst Pagels heeft het vak geleerd van niemand minder dan de invloedrijke kweker en schrijver: Karl Foerster.
Grassen zijn dus een belangrijk element geworden in de natuurrijke tuin. Misschien wel de belangrijkste eigenschap van grassen, maar ook van zeggen (Carex), veldbies (Luzula) en de Lirriope-soorten, is dat zij ons doen denken aan natuur.
Een groot gedeelte van onze wilde flora bestaat uit grassen. In tuinen die zijn gelegen aan het open landschap kunnen grassen de verbinding vormen tussen tuin en omgeving. In de stadstuin is het een herinnering en verlangen aan wilde natuur.
Grassen (en zeggen en biezen) hebben lijnvormige bladeren en zijn eenzaadlobigen (monocotylen). De meest bekende groeiwijze van grassen is zodenvormend, de horizontaal groeiende wortels vlechten zich in elkaar tot een gazon. Matvormende grassen breiden zich gestaag uit en vormen een dichte mat. Carex-soorten hebben deze eigenschap en zijn daarom steeds populairder als bodembedekker. Polvormende grassen zoals Miscanthus en Calamagrostis vormen een stevige pol tot ze hun formaat hebben bereikt en groeien vervolgens niet verder.

Siergrassen met een fraai wintersilhouet zijn bijvoorbeeld het prachtriet (Miscanthus), struisriet (Calamagrostis) en vedergras (Stipa).
Een grote pol gras neemt al snel een vierkante meter in beslag, wel iets om rekening mee te houden in het ontwerp.
Siergrassen vormen de basis van een prairietuin, probeer eens echte prairiegrassen zoals Groot Prairiegras (Andropogon), Sorghastrum en Sporobolus.

Wilt u ook ’s winters genieten van mooi blad kies dan wintergroene soorten: zegge (Carex), smele (Deschampsia), zwenkgras (Festuca), sierhaver (Helictotrichon), veldbies (Luzula) en blauwgras (Sesleria). De wintergroene siergrassen zijn uitstekend als bodembedekker te gebruiken, ideaal voor een onderhoudsvriendelijke tuin.
De boeken van Piet Oudolf die hij samen met Noël Kingsbury heeft geschreven en enkele ontwerpen van Piet op papier zijn mijn bronnen. Er zijn een aantal grassen die we vaak zien terugkomen in de “Oudolf Tuinen”
Dit zijn de favoriete grassen van de meester. (Click op een foto voor groter formaat:)











Ga naar de Welkompagina
Bekijk de andere berichten in GO WILD!
Gearchiveerd onder:De Mensen, De Planten, De Tuinen, Go Wild! Tagged: Bloembollen, Botany, Dutch Wave, front, Garden Design, Gardens, Gert Tabak, Go Wild!, Grassen in de tuin, Groenjournalistiek, Landscape Design, Landscaping, Naturalistic planting, Natuurlijke tuin, Noel Kingsbury, Piet en Anja Oudolf, Piet Oudolf, Ton ter Linden, Tuinieren in de lage landen, Tuinontwerp
