Image may be NSFW. Clik here to view.De Amsterdamse Hortus heeft al vanaf zeer jeugdige leeftijd een speciale plek in mijn hart. De Hortus was voor mij destijds ook de stimulans om iets met planten te gaan doen in mijn leven. Nog steeds kom ik er als ‘vriend van de Hortus” regelmatig en op een prachtige dag als deze met een uitbundig stralende zon aan een blauwe hemel moest ik weer even naar mijn Amsterdamse ‘achtertuin’.
De Hortus is momenteel het podium voor prachtige kunstwerken welke zich door de gehele tuin bevinden (nog tot 16 maart). De grootste kunstwerken zijn voor mij op dit moment de vele soorten bloeiende bolgewassen en de uitbundige bomen met hun bloesempracht. Wat mij telkens ook weer verwonderd zijn de prachtige bermen en parken van Amsterdam die op dit moment weer worden opgesierd door duizenden crocussen hierover kunt later deze week een bericht verwachten. Maar nu eerst de sfeer in de Amsterdamse Hortus op een zonovergoten dag in maart.
Image may be NSFW. Clik here to view.Bomen zijn voor een groot gedeelte de bepalers van sfeer in de tuin. Vooral in de kleinere stadstuin kunnen bomen nodig zijn om visueel diepte te geven aan uw tuin en om bijvoorbeeld in de zomer kan een schaduwplek aantrekkelijk zijn.
Vaak kiest men in dit geval voor bomen die eigenlijk in een grotere tuin of park op hun plek zijn. Het gevolg is vaak rigoreus snoeiwerk waardoor de boom een totaal misvormd uiterlijk krijgt en uiteindelijk (illegaal) gerooid eindigt.
Het is de moeite waard om u eerst goed te verdiepen in uw keuze voordat u tot aanschaf overgaat. Een goede (lees:gediplomeerde) hovenier of tuinontwerper kan u in dit geval een advies geven over uw keuze en plek voor de boom.
Zeker in de steden zijn bomen van belang voor het zuiveren van de lucht en voor een grotere biodiversiteit, elke extra boom die u plant is dus positief en belangrijk.
Bomen brengen sfeer denk maar eens aan de prachtige bloesem in de lente of een prachtige warme herfstkleur, bomen die hun blad of naalden in de winter houden zorgen voor kleur in het koude seizoen. Het doel wat u wilt bereiken met de boom is dus belangrijk om te bepalen voor u tot aanschaf overgaat, denk ook eens aan de volgende punten;
Moet de boom schaduw geven op een bepaalde plek en moet dit intensief zijn of niet.
Mag de boom bessen, zaden of andere vruchtvormen produceren of juist liever niet.
Is de bestrating in uw tuin bestand tegen de bloesem-, vrucht of bladval.
Wat mag de vorm, hoogte, en breedte (habitus) van de boom zijn.
Welke eis stelt de boom aan de grondsoort.
Vooral bij bomen die dicht bij het terras worden geplaatst moet u letten op bladval, vruchtval maar ook bloesem kan hier hinderlijk zijn. Ook bomen die gevoelig zijn voor luizen kunt u hier beter niet gebruiken en dit gaat ook op voor een plek waar u de auto heeft staan. Bomen met dokere kleuren kunnen een sobere stemming aan de tuin geven iets wat vooral bij de kleinere tuin allesbepalend kan zijn. Kiest u toch voor een boom met donker blad dan is het aan te bevelen er een boom met lichtgroen blad vlak bij te plaatsen. Coniferen (sparren en dennen) kunnen uitkomst bieden als u iets niet-aangenaams aan het oog wilt onttrekken.
Een fruitboom kan ook een hele leuke keuze zijn voor in de stadstuin er zijn tegenwoordig voldoende kleine fruitbomen te verkrijgen, vele zijn ook gekweekt als leiboom zodat zij bijvoorbeeld voor een schutting kunnen worden geplaatst.
Wanneer u een beetje rekening houdt met bovenstaande zaken dan kan een boom zich bij u in de tuin ontwikkelen tot een waar sieraad en kan snoeien zich tot een minimum beperken.
Voorbeelden van bomen voor een stadstuin zijn o.a:
Vakantie! Een lekker Frans zonnetje en eindeloos golvende paarsblauwe lavendelvelden. Een plaatje om te zien en dan die heerlijk ontspannende geur… Wist jij dat deze Franse zonaanbidder zich ook op z’n gemak voelt in jouw tuin? Lavendel is een makkelijke plant waar je van alles mee kunt. Hij doet het goed als balkonplant, als tuinstruik en zelfs als haag. En, leuk voor je kinderen: vlinders zijn er dol op. April is de beste maand om je lavendel te snoeien.
Lavendel is niet alleen een makkelijke tuinplant met een fantastische kleur, het is ook een veelzijdige plant. Lavendel doet het namelijk goed als balkonplant in een pot, als struik in de tuin, maar ook als haag. Zelfs na de bloei heb je er veel aan. Je kunt de heerlijke, rustgevende lavendelgeur in huis gebruiken, de etherische olie van lavendel als huismiddeltje gebruiken voor allerlei kwalen en je bloemenoogst in de keuken toepassen. Internet staat bol van de recepten met lavendel. Deze plant is dus echt van alle markten thuis.
Planten in de warme grond
Je kunt lavendel het hele jaar door planten, maar als de grond nog warm is – in de periode van april tot augustus – ben je verzekerd van een beter groeiresultaat. Wat dat betreft doet de plant zijn Franse afkomst eer aan, het is een echte zonaanbidder. Plant lavendel op een zonnige plek en je krijgt een mooie stevige struik die niet uit elkaar valt. Alle lavendelsoorten zijn bladhoudende heesters die graag wat blad hebben om verder te groeien. Ze slaan weinig groei-energie op in hun wortels. En oh ja, die prachtige ‘lavendelblauwe’ kleur heet eigenlijk ‘violet’.
Ook voor het Hollands klimaat
Er zijn veel lavendelsoorten, zowel kleine als grote. De snelgroeiende Lavandula x intermedia wordt vaak gekozen om het mooie brede grijze blad en Lavandula stoechas vanwege zijn opvallende kuifvormige bloem. Het meest geschikt voor ons klimaat is de Lavandula angustifolia. Deze Franse bergplant is namelijk gewend aan kou, bloeit rijk en heeft prachtige kleuren: wit, roze en helder violet, maar ook donker purper. Deze lavendelsoort verdraagt flinke snoei en dat houdt de plant gezond en vol leven. Want als je niet knipt, blijft de plant van binnen vochtig en sterven de scheutjes juist af.
Even snoeien en klaar
Lavendel is zo’n makkelijke plant dat onderhoud eigenlijk alleen bestaat uit snoeien. Jonge planten top je regelmatig, daarmee stimuleer je de aanwas van nieuwe scheuten. Lentesnoei doe je in begin april zodra er wat groei zichtbaar is. Je snoeit de plant ongeveer een derde deel terug, maar nooit verder dan de hoogte van de nieuwe, groene scheuten. Uiterlijk eind september geef je lavendel een ‘s zomerse knipbeurt. Dat bevordert de vorming van verse scheuten waarop de plant in het voorjaar weer verder groeit.
Winterse groei
Als je alleen de uitgebloeide bloemstelen en stengeltopjes knipt, geef je lavendel kans om voor de winter nog wat door te groeien. Hierdoor behoudt de plant zijn compacte vorm en kun je er de hele winter nog van genieten. Niet alleen in je tuin: met de afgeknipte lavendelbloempjes kun je ook van alles doen in huis, bijvoorbeeld als ingrediënt voor geurbuiltjes.
Goede voeding
Lavendel bemesten, doe je alleen met wat kalk: royaal als je lavendel plant (je vermengt de mest dan met de grond), daarna geef je elke twee tot drie jaar een onderhoudsdosis. Door zijn Mediterrane afkomst verdraagt lavendel droogte bijzonder goed. Je hoeft de plant nauwelijks water te geven, dat doe je eigenlijk alleen bij lavendel in potten.
Leuk om te weten
- Vlinders leven van nectar én ze bezoeken graag blauwige bloemen. De meeste vlinders zijn daarom dol op lavendel.
-De etherische olie van Lavandula angustifolia werkt kalmerend en rustgevend. Je gebruikt de olie bij brandwonden, ontstekingen en insectensteken. Een beetje lavendelolie op een bijensteek werkt direct pijnverlichtend. Brandwonden en schrale plekken genezen er snel van.
- Als je in Frankrijk schitterende violette velden ziet, is dat meestal Lavandula x intermedia ‘Grosso’, die vooral wordt geteeld vanwege de geur. De geur van deze soort vind je
– vanwege zijn rustgevende effect
- onder andere terug in parfum, zeep en waspoeder. De etherische olie van deze lavendel werkt medicinaal opwekkend.
- Blauw is voor veel mensen een favoriete bloemenkleur. Deze zonnekleur valt in een schaduwborder voor een groot deel weg in het omringende groen. In combinatie met paars komt blauw beter tot zijn recht. Voor een optimale kleurbeleving in je tuin, kun je lavendel het beste combineren met bijvoorbeeld blauwe Scilla.
- Ook na de bloeiperiode kun je nog volop genieten van lavendel. Oogst de bloemen en hang ze te drogen op een luchtige, koele plek. Zijn ze droog, verdeel je de lavendel dan over een paar katoenen of linnen zakjes. Leg ze vervolgens tussen je kleding of onder je hoofdkussen. Daar kan de heerlijk rustgevende lavendelgeur nog lang zijn werk doen en zo hou je nog lang de zomer in je hoofd.
-De oude Egyptenaren waren grote liefhebbers van lavendel. Zij waren de eersten die lavendel teelden voor de oogst, de verwerking en de handel. Ook de onoverwinnelijke Romeinse troepen hadden lavendel bij zich, voor gewonde en uitgeputte soldaten.
Tuinplant van de maand
Lavendel staat deze maand in het middelpunt van de belangstelling als tuinplant van april 2014. ‘Tuinnplant van de maand’ is een initiatief van het Bloemenbureau Holland. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is.
Image may be NSFW. Clik here to view.De Theetuin van Jacqueline van der Kloet in Weesp ligt op een van de vier bastions van deze oude vestingstad. Dit Bastion Bakkerschans dateert van 1674 en is omringd door een vestingwal met statige oude bomen. Deze historische plek op de schans is een verstopte oase in het groen, een uitgelezen plek voor een romantische theetuin.
Deze eerste theetuin van Nederland uit 1986 is opgezet en ontworpen door tuinarchitecten. Zij zagen hier de perfecte locatie om hun droom te realiseren, een prachtige modeltuin, bijzondere planten en potten en een sfeervol theehuis.
De tuin is inmiddels uitgegroeid tot een waar paradijs waar de echte tuinliefhebber zijn hart aan kan ophalen. De tuin is bekend in binnen- en buitenland.Image may be NSFW. Clik here to view.
De tuin geniet bekendheid omdat hier zoveel prachtige plantencombinaties te zien zijn. Dat komt omdat de bekende bloembollenexpert Jacqueline van der Kloet hier de scepter zwaait. Haar combinaties van vaste planten en vele soorten verschillende bloembollen zorgen in de modeltuin steeds weer voor verrassingen. In de lente laat de tuin zich dan ook van haar allermooiste kant zien. Maar door het vakmanschap van de tuinontwerper blijven, ook in de zomer en in de herfst, sprookjesachtige combinaties elkaar opvolgen. En maak je een voortdurende ontdekkingsreis door het groen; kortom, een ‘must ‘ voor iedere tuinliefhebber.
Het hoogtepunt van het tuinseizoen valt in de lente, als duizenden voorjaarsbollen in bloei staan. Feest! Na sneeuwklokjes, sterhyacinten en sneeuwroem verschijnen in april massa’s tulpen en narcissen. Steeds weer andere combinaties volgen elkaar in bloei op en zorgen ervoor dat de tuin er wekenlang sprookjesachtig uitziet.
In de zomer is het beeld wat minder uitbundig, maar nog steeds inspirerend door de grote verscheidenheid aan kleuren en vormen. Veel planten in de borders zijn bijen- en vlinderplanten, wat voor extra bedrijvigheid zorgt.
In de herfst daalt er een aangename verstilling over de tuin. Dat is het moment waarop vooral siergrassen en planten met een sterk architectonisch uiterlijk de sfeer bepalen. Een sfeer die tot ver in de winter behouden blijft.
De Tuin van de Theetuin is het gehele jaar te bezichtigen, dagelijks tussen 10 en 17 uur. De mooiste maanden zijn natuurlijk van april tot oktober. Op zon- en feestdagen is de gehele Theetuin gesloten.
Het is nu de beste tijd om plannen te maken voor uw bloembollen in het volgende voorjaar, er zijn speciale modeltuinen zoals De Theetuin in weesp, Fluwelland in Sint Maartenszee en uiteraard Keukenhof. Image may be NSFW. Clik here to view.Overal waar je op dit moment kijkt in tuinen en het landschap zie je een overvloed aan bloembollen als brengers van de eerste kleur. De kleuren-explosie van deze brengers van lente is vaak overweldigend maar laten we niet vergeten dat we tot diep in de herfst kunnen genieten van bloembollen. De bollen die we voor onze tuinen kunnen gebruiken zijn verdeeld in voorjaars, zomer en herfstbollen elke groep heeft zijn eigen karakter en eigenschappen.
Voorjaarsbollen zijn wel de bekendste met de tulpen, narcissen en Hyacinten als populaire koplopers. De zomerbollen zijn niet winterhard en komen dan ook over het algemeen uit de tropen, deze worden over het algemeen laat april worden aangeplant en bloeien al direct in de zomer. De herftstbollen zijn de kleinste groep maar zeker niet minder de moeite waard aangezien zij kleur aan uw tuin geven als de meeste eenjarige en vaste planten zijn uitgebloeid.
Er is ook een groep bollen welke geschikt zijn voor verwildering in de tuin, deze bollen kunnen dus in tegenstelling tot de meeste andere bollen in de grond blijven. Deze bollen zijn goed te vergelijken met vaste planten in de tuin. Verwilderingsbollen zijn zeer geschikt om in uw beplantingsplan voor de gemengde border, natuur/prairie tuin of voor openbaar groen, ze kunnen in de grond blijven dus zij verstoren niet de buurplanten en verlengen het bloeiseizoen op deze plekken.
Bloembollen zijn geschikt voor vele soorten grond zolang deze een losse structuur heeft en mede daardoor een goede drainage. De pH waarde moet het liefst tussen de 5.5 en 7 liggen en vrij zijn van ziektekiemen, als de pH waarde te laag is kunt u deze verhogen door bijvoorbeeld wat kalk toe te voegen, een te hoge zuurgraad verlagen we door wat turf door de grond te mengen.
Kleigrond heeft door zijn compacte structuur de eigenschap om water vast te houden waardoor er geen lucht bij de bollen komt en de bollen als het ware verdrinken. Kleigrond maken we geschikt voor bloembollen door er organisch materiaal (compost) aan toe te voegen.
Als we bollen gaan planten dan zijn hier een aantal technieken voor, maar als eerste moet de grond los gemaakt worden.
U kunt de bollen verdelen over het gedeelte van de tuin waar u ze wilt laten groeien en ze vervolgens bedekken met een laag aarde van +/- 10/15 cm, daarna brengt u een laag organisch materiaal aan van ongeveer 3 cm om te voorkomen dat de grond uitdroogt of bevriest.
Om een meer natuurlijk effect te verkrijgen kunt u de verschillende soorten bollen eerst goed mengen en ze vervolgens uitstrooien over de tuin alvorens u ze plant op de plaats waar de bol terrecht is gekomen. Het is ook leuk om bloembollen in uw gazon te planten, in dit geval verwijderd u een stuk gras en plant de bollen op deze plek in een cluster en vervolgens plaatst u het gedeelte gras weer op zijn plek, na enkele dagen ziet u hier niets meer van.
Om een lang bloeiseizoen van uw bloembollen te verkrijgen op een bepaalde plek of in potten kunt u ook de zogenaamde Lasagna techniek toepassen. Hierbij worden de bollen in lagen op dezelfde plek aangeplant waarbij de laatst bloeiende soort de diepste laag krijgt en (uiteraard) de vroegste bloeier bovenin.
Bloembollen kunnen goed gemengd worden met Companion plants in de border. Er kunnen vele soorten vaste planten worden gebruikt en de lijst is dan natuurlijk ook veel langer dan de onderstaande soorten maar de volgende vaste planten zijn voor dit doel getest door het IBC;
Zomerbloeiers brengen geur en kleur, niet alleen buiten, maar ook binnen. Heb je zin om de komende zomer ook van jouw tuin een bloemenzee te maken? Kom dan nu in actie, dan is het snel voor elkaar.
Met de enorme keuze aan zomerbloeiers kun ook jij je tuin of balkon in een seizoenlange, kleurige bloemenzee veranderen. Met een beetje slimme planning zit je van maart tot oktober in de bloemen. Mei is de ideale maand om aan de slag te gaan. En wat het extra leuk maakt: met je kleurige tuin sluit je aan bij de nieuwste trends.
Zomerbloeiers plant je als de vorst uit de grond is. Wacht tot half mei (IJsheiligen) voor je ze in je tuin zet. De meeste zomerbloeiers zijn makkelijke tuinplanten. Zet ze in losse grond op een plekje waar ze zich lekker voelen, geef ze wat voeding en je hebt er geen omkijken meer naar. Je beloning: een uitbundige bloei. Wil je een snelle zomer make-over? Plant dan wat zomerbloeiers in een pot, schaal of kuip zodat ze kleur kunnen brengen waar jij dat wilt. Zo maak je van je tuin of balkon in een handomdraai een ‘s zomerse oase.
Gouden tuintip
Vaste planten zoals deze kleurrijke zomergasten zijn je lange termijn tuinvrienden. Sommige vaste planten kunnen nogal fors worden. Plaats dus bij het planten meteen al meegroeisteunen. Die vallen straks nauwelijks meer op, tussen al dat bloem en blad.
Gastvrij voor allerlei
Is het insectenhotel in jouw tuin al geopend? Je hebt ze in alle soorten, maten én design. Zonder insecten zou je tuin niet bloeien, konden je planten geen vruchten afwerpen en zouden de vogels erg hongerig worden. Tijd voor gastvrijheid dus!
De beste plek
Veelkleurige leeuwenbekjes, salvia, grootbladige margriet, ridderspoor, de bladhoudende Afrikaanse lelie, lupine, gele en paarse zonnehoed houden van zon en niet al te natte bodem. De rijk bloeiende, makkelijke flox voelt zich eigenlijk overal thuis. Liefhebbers van schaduw en vocht zijn spirea, vingerhoedskruid en het purperklokje.
Ook in huis
Van deze overvloedige bloemenweide kun je ook profiteren in je huis. Zoek de leukste combinaties bij elkaar, knip de bloemen af en schik ze in de vaas. Een recept voor instant zomergeluk!
Tuinplant van de maand
De Zomerbloeiers staan deze maand in het middelpunt van de belangstelling als Tuinplanten van de Maand mei 2014. ‘Tuinplant van de maand’ is een initiatief van het Bloemenbureau. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is, maar wel potentie heeft om het goed te doen.
Roses are red, Violets are blue, Sugar is sweet, So are you.
If you love me, As I love you, No knife can cut, Our love in two.
Van alle bloemen op de wereld zijn het rozen die bij de meeste van ons tot de verbeelding spreekt, deze bloemen in hun veelzijdige verschijning brengen romantiek tot in de huiskamer. Bovenstaand gedicht is misschien wel het meest bekende van allemaal, hoewel de meeste van ons niet verder komen dan de eerste twee regels.
Rozen worden door veel tuiniers al eeuwen omschreven als de ‘Queen of the Garden’, tot in de jaren 70 van de vorige eeuw waren rozen de best verkochte tuinplant en zag je deze planten in vrijwel iedere tuin. Met de opkomst van veel nieuwe vaste planten en later met veel grassoorten en de komst van de prairie-tuinen heeft de roos terrein verloren.
Rozen zijn langzamerhand weer hip aan het worden, de vele nieuwe doorbloeiende soorten hebben er aan meegeholpen dat steeds meer tuiniers en tuinontwerpers rozen weer zien staan. Er zijn dan ook maar weinig bloemen die kunnen tippen aan het weelderig en romantisch uiterlijk en dan hebben we het nog niet eens over de geur gehad.
Als u wilt gaan genieten van deze prachtige planten in uw tuin en ook nog iets goed wilt doen voor bijen en vlinders dan zijn de vele botanische soorten een aanrader.
Informeer eens bij andere tuinbezitters over hun ervaring met rozen en vraag eens naar hun favoriete soort. Deze ‘ Garden-celebs’ zijn in ieder geval echte rozenliefhebbers en dit zijn hun favoriete soorten:
Eindelijk was het dan zover, een ontmoeting met Carrie Preston, iets waar ik lang naar had uitgekeken. De tuinontwerpen van deze in Nederland woonachtige Amerikaanse Tuinarchitecte hadden al vaker mijn aandacht weten te trekken.
Op initiatief van Carrie spraken wij bij de Bakkerswinkel op het terrein van de Westergasfabriek in Amsterdam. Het was op het tijdstip dat wij hadden afgesproken behoorlijk druk in deze eetgelegenheid maar zonder moeite kon ik haar al snel herkennen tussen al deze mensen. Image may be NSFW. Clik here to view.foto; Jolanthe Lalkens
Carrie zat op dat moment met haar weelderige bos donkerblonde krullen en met een serieuze uitdrukking op haar gezicht achter haar laptop en al werd ons gesprek steeds spontaner de serieuze blik bleef, zeker als het ging over haar grote passie namelijk mooie, leefbare en functionele tuinen ontwerpen.
In het voorjaar van 2013 bezocht ik voor TuinenStruinen de Hof van de Vierde Sortie in Amersfoort. Deze prachtige landschaptuin van Tanja van der Knoop en Lucas Wildervanck heeft rond het landhuis een aantal borders die direct mijn aandacht trokken. De borders waren klassiek en weelderig maar hadden ook iets gedurfds in hun uitstraling. Toen ik Tanja hiernaar vroeg ontstak zij in een vurige lofzang over de ontwerper van dit gedeelte van De Hof van de Vierde Sortie; Carrie Preston. Door dit enthousiasme van Tanja over haar tuinarchitect besloot ik contact op te nemen om een ontmoeting met haar te hebben.
Through the Looking Glass Photography; Gerda Timmermans
Carrie groeide op in de Amerikaanse staat New Jersey wat met een inwonersaantal van ruim 8 miljoen en een oppervlakte van bijna 23.000 km2 de dichtstbevolkte staat is van de U.S.A. De vruchtbare grond, maar ook zijn ligging naast de grote steden – en dus markten – New York en Philadelphia, zorgde (en zorgt) voor veel tuinbouw en gaf deze staat de bijnaam “Garden State” (“Tuinstaat”).
Carrie ontwikkelde op vroege leeftijd al een interesse voor planten. Om wat geld te verdienen is zij op haar 14e gaan werken bij een boerenlandwinkel waar ze in zes jaar tijd met een enthousiast team van collega’s een kleine afdeling met tuinplanten weet uit te bouwen tot een volwaardige afdeling met een groot assortiment vaste planten. In deze jaren koos Carrie voor een groene opleiding aan een Hogere Tuinbouwschool in Pennsylvania en heeft zij veel gereisd in binnen en buitenland om kennis op te doen over tuinen en planten. Na het afronden van haar studie is zij naar Nederland gekomen, in eerste instantie voor een stage.
Na een periode zich breed te orienteren op tuin- en landschapsontwerp, zijn het de privé-tuinen die haar voorkeur krijgen “Ik geniet van de interactie met eigenaren van een tuin die ik ontwerp, dat is voor mij telkens weer een grote uitdaging”. Zij besteedt enorm veel tijd aan het voortraject van haar ontwerpen. “In de gesprekken met mijn opdrachtgevers probeer ik zoveel mogelijk de wensen van alle leden van het gezin te inventariseren en begin ik pas aan het ontwerpen als ik volledig het gevoel heb hiermee op één lijn te zitten met de toekomstige gebruikers.”
Carrie vertelt enthousiast verder “ Ik ben enorm gemotiveerd om mensen naar buiten te krijgen, zodra mijn opdrachtgevers genieten van hun ‘buitenleven’ komen zij als vanzelf in contact met de ‘groene wereld’ die ik voor hen gemaakt heb en komt vervolgens hun aandacht voor planten, de seizoenen en bio-diversiteit als iets vanzelfsprekends.”
In 2013 ontwerpt Carrie Preston samen met Jasper Helmantel, de eigenaar van kwekerij De Cruydthoeck, ‘de Inclusieve tuin’ een project van Groei & Bloei samen met VARA’S Vroege vogels. Samen maken deze twee tuinontwerpers een aantal ontwerpen waarin er weer plaats is voor planten, voornamelijk inheems, en waarin veel aandacht is besteed aan biodiversiteit.
De Inclusieve tuin laat verder zien dat er door het gebruik van gewone, betaalbare en hergebruikte materialen een mooie tuin kan worden gemaakt die stijlvol is maar daarnaast ook duurzaam, toegangelijk en bereikbaar is voor een grote groep mensen. De Inclusieve tuin is te bewonderen in ‘De tuinen van Appeltern’.
De gemiddelde stadstuin is ongeveer 60 m2 en hoewel Carrie met al haar ervaring en kennis ook grote projecten niet schuwt zijn het juist de eigenaren van deze tuinen en vaak zelfs met een nog kleiner oppervlak die Carrie benaderen voor het maken van een ontwerp.
Juist bij deze kleine stadstuinen is het belangrijk om goed advies te krijgen aangezien de beperkte omvang en vaak ook de omsloten ligging van de tuin vraagt om een gedegen en weldoordacht plan van aanpak.
Veel tuinontwerpers werken vanuit hun eigen stijl en willen op deze manier hun naamsbekendheid vergroten, Carrie heeft in mijn ogen het vermogen om deze stijl-ego even aan de kant te zetten en puur vanuit het perspectief van de gebruikers van deze buitenruimte een passend ontwerp te maken waarbij haar eigen(wijze) stijl als vanzelfsprekend tot uiting komt. Waarschijnlijk is het juist deze manier van werken die haar zo succesvol heeft gemaakt en zij van vrijwel al haar klanten het mooiste compliment krijgt wat je als ontwerper kunt krijgen namelijk dat zij zich nog nooit zo hebben “thuis” gevoeld in hun tuin en ze zelfs door haar ontwerp liefde voor tuinieren hebben gekregen.
Mien Ruys was een van de belangrijkste tuinarchitecten van Nederland na de Tweede Wereldoorlog en heeft in haar lange loopbaan een grote invloed gehad op de wijze hoe wij tuinen en openbaar groen zijn gaan beleven. Carrie is al lang een groot bewonderaar van haar “ ik vind het fantastisch hoe zij zich als vrouw in een tijdsgeest waarin de vrouw niet vaak kon kiezen voor een carrière, zeker niet in een mannenbolwerk wat destijds de tuinenwereld toch was, heeft weten te ontwikkelen tot de grote tuinarchitecte die zij uiteindelijk is geworden.” Op mijn vraag of deze bewondering ook invloed heeft gehad op haar manier van werken antwoord ze; “ ik denk niet dat het een directe invloed heeft gehad, eerder een gevoel van erkenning van waar ik mee bezig ben, en bewonder de enorme passie die deze vrouw in haar ontwerpen lag.” Carrie verteld gepassioneerd verder “ bij het ontwerpen van groene leefruimtes komen een hoop disciplines bij elkaar. Ik bewonder haar creativiteit, plantenkennis. Bij veel ontwerpers zie je dat ze het nadruk leggen op of ruimtelijk ontwerpen of beplanting. Bij Mien Ruys zie je dat zij beide disciplines volledig beheerst, en deze combinatie is juist haar kracht geweest.”
STUDIO TOOP & Carolien Barkman Tuinen – Snoektuinen Amsterdam Foto; Hans Clauzing
“Mien Ruys had ook de lef nieuwe dingen uit te proberen. Zij gebruikte toen ook al gewone, betaalbare en hergebruikte materialen. Denk aan die bielzen en zelfgemaakte grindtegels maar ook aan het ontwikkelen van de ‘confectie-borders’. Het belangrijk dat tuinarchitectuur voor een zo groot mogelijk publiek toegankelijk moet zijn. Zelf ga ik ook graag de uitdaging aan. Dit is een belangrijk uitgangspunt bij het boek waar ik momenteel samen met andere ontwerpers hard aan werk”.
Samen met tuinontwerpers Bernadette Den Bieman, Jeanne van Rijs en Carolien Barkman werkt Carrie momenteel aan dit (E-) Boek over tuinontwerpen waarbij enkel tientallen Nederlandse tuinarchitecten en ontwerpers invulling geven aan een typische stadstuin met oppervlakte van 60 m2. Vanuit zowel de doelgroep en van de vakgenoten zijn er veel positieve reacties en kan hieruit worden op gemaakt dat dit concept in een behoefte voorziet. Tess haar partner en vrouw verzorgt de grafische vormgeving van het boek.
Enkele weken later had ik weer met Carrie afgesproken ditmaal in Weesp bij de Theetuin van Jacqueline van der Kloet. We waren precies op het goede moment, de vele tulpen en andere voorjaarsbollen stonden er op hun mooist bij en de prachtige combinaties van Jacqueline zijn altijd weer een lust voor het oog.
Tijdens onze wandeling door de Theetuin kreeg ik van Carrie als bijna ‘vanzelfsprekend’ de naam en eigenschappen van elk plantje wat we tegenkwamen, zelf ben ik ook een aardige plantfanaat maar Carrie wint het toch echt, deze vrouw weet werkelijk veel van planten en ecologie.
Carrie ontwerpt ‘leef-tuinen’ waarbij de gebruikers, vaak gezinsleden, niet vanaf een bepaalde plek in de tuin naar de planten kijken maar er een wezenlijk onderdeel vanuit maken in symbiose met het groen, het is de grote uitdaging voor Carrie om elk lid van het gezin naar buiten te krijgen.
Door haar ervaring met (succesvolle) ontwerpen voor kinderdagverblijven en groene schoolpleinen op het basisonderwijs weet zij ook de jongste gezinsleden naar buiten te krijgen. Om dit te bereiken weet zij op haar eigen creatieve wijze speelplekken te maken. Deze bouwsels ontwerpt zij vaak zelf om zo efficiënt mogelijk met de beperkte ruimte om te gaan maar ook vaak omdat het simpelweg niet bestaat of leverbaar is zoals zij dat voor haar ontwerp heeft bedacht.
STUDIO TOOP & Carolien Barkman Tuinen – Snoektuinen – Foto; Hans Clauzing
Momenteel werkt Carrie samen met Tess, aan een ontwerp van een schuur/tuinhuis met een modulair systeem. De uitgangspunten hierbij zijn; het moet betaalbaar zijn, een designuitstraling hebben, door iemand met twee linkerhanden kunnen worden gebouwd en ook gemakkelijk is aan te passen en te verplaatsen. Zij noemen ze TOOP tuinhuisjes en bouwen dit voorjaar voor het eerst drie van deze tuinhuisjes. Tess heeft een achtergrond als vormgever in de retail en heeft veel modulaire systemen ontworpen voor winkelinrichting en vult Carrie goed aan vooral als het over details gaat.
STUDIO TOOP is het bedrijf van Carrie, vanuit haar studio in Amersfoort ontwerpt zij tuinen die ondertussen in heel ons land en tot voorbij de landsgrenzen zijn te vinden. De spaarzame vrije tijd die Tess en Carrie hebben besteden ze zoveel mogelijk aan wandelen in de natuur samen met hun hond een prachtige Friese Stabij. Mocht er nog wat tijd over zijn dan bezoeken zij graag…..tuinen.
Voor vele tuinenstruiners zijn de jaarlijkse tuinshows van de Royal Horticultural Society het hoogtepunt van het tuinjaar. In ons land is de show die wordt gehouden in het Londense Chelsea de bekendste. De opening van de show trekt dan ook veel celebrities aan. Een andere grote show in het voorjaar is RHS Malvern Spring Festival die dit jaar van 8 tot 11 mei werd gehouden.
Vaak zijn het de bekendere tuinontwerpers die op deze festivals een kans krijgen om hun naam bij een nog breder publiek bekend te maken. Voor de enkele jonge of minder bekende tuinontwerper die de kans geboden wordt om aan deze show mee te kunnen doen geeft dit een enorme boost aan zijn of haar carriere. Veel sponsoren van de ontwerpen zijn al vele jaren actief betrokken bij deze tuinshows bij de RHS Chelsea Flower Show zijn dat bijvoorbeeld; Laurent-Perrier Champagne en het Britse dagblad The Telegraph.
Een aantal van mijn persoonlijk favoriete tuinontwerpers, Dan Pearson, Arne Maynard, Sarah Price, Tom Stuart-Smith en Piet Oudolf, waren in ieder geval wel tussen de gelukkige die aan één van deze competities mee konden doen. De meer natuurlijke benadering van de beplantingsontwerpen in deze showtuinen is, voor zover ik kan nagaan, al een aantal jaren alom aanwezig.
Bij de competitie in Malvern is deze natuurlijke benadering overduidelijk aanwezig al was het alleen al in de naam van één van de winnaars van een gouden medaille: Bringing Nature Home. Image may be NSFW. Clik here to view.
RHS
Het ontwerp heeft een moderne uitstraling terwijl de natuurlijke benadering van het beplantingsontwerp de verbinding onderstreept met het omliggende landschap.
De structuur van het scherm en het meubilair vormen een contrast met de ‘zachtheid’ van de beplanting, aldus de ontwerper van deze tuin; Mark Draper van Graduate Gardeners LTD. Het water wat vanuit de stalen balk in de vijver druppelt is een extra rustgevend element in deze tuin. De haag van meidoorns (Crataegus) vormt de grens van de tuin.
En su Casa en la Playa wat zoveel betekent als jezelf thuisvoelen aan het strand was een andere grote winnaar in Malvern met een ontwerp van Villaggio Verde. Deze theatrale voorstelling van een retraite aan een mooi Spaans strand weerspiegelt de herrineringen van de eigenaren aan de mooie tijden die zij doorbrachten aan de kust van Spanje. Volwassen exemplaren van olijf-, dennen-en palmbomen geven deze tuin karakter net zoals voor deze plek inheemse planten als Nerium oleander en Rosmarinus.
En wat is Groot Brittanië toch een fijn land om als tuinenfanaat te wonen want de show in Malvern is nog maar net afgelopen en de volgende is alweer begonnen en natuurlijk niet de minste: RHS Chelsea Flower Show.
Niet voor de eerste maal en zeker niet de laatste is de tuin van sponsor Laurent Perrier Champagne de winnaar van de ‘Best Show Garden’. Dit jaar is deze tuin ontworpen door Luciano Giubbilei en aangelegd door Crocus.co.uk. Luciano heeft een grote voorliefde voor textuur, vorm en licht, dit komt duidelijk tot uitdrukking in zijn ontwerp. Dit design toont het samenspel van natuurlijke elementen met een eenvoudige geometrische lay-out. De relatie tussen de contrasterende vormen en materialen in de tuin nodigen u uit om de stilte en beweging in het ontwerp te observeren.
De tijdloze sculpturen van Ursula von Rydingsvard zijn opgebouwd uit ruwe lagen cederhout. De delicate beplanting is in groepen geplaatst samen met het stromende water weerspiegelen zij in de glanzende wanden van natuursteen.
De tuin met de prachtige naam ‘Mind’s Eye’ is winnaar in de categorie Best Fresh Garden.
Mind’s Eye is ontworpen door LDC Design en aangelegd door David Fountain Designs, Pulham Garden Crafts. De tuin is ontworpen voor RNIB Royal National Institute of Blind People, het ontwerp verbeeld het menselijke vermogen om beelden of scenes te creëren zonder dit daadwerkelijk te hebben aanschouwd.
De beste ambachtelijke tuin is ‘A paradise on Earth’ geworden. Het ontwerp is van Kazuyuki Ishihara en aangelegd door Ishihara Kazuyuki Design Laboratory Co Ltd.
The Homebase Garden – Time to Reflect, in association with Alzheimer’s Society
The Laurent-Perrier Garden
The M&G Garden
No Man’s Land: ABF The Soldiers’ Charity Garden to mark the centenary of World War One
RBC Waterscape Garden
The Telegraph Garden
De Fresh Garden winnaars:
London Square
The Mind’s Eye
Reachout
De Artisan Garden winnaars:
The DialAFlight Potter’s Garden
Togenkyo – A Paradise on Earth
In het land van de Chelsea Flower Show zijn ‘Floods’ (overstromingen) al jaren een bekend probleem. In veel grote steden maken de zogenaamde Raingardens onderdeel uit van het openbaar groen. Ook tuinbezitters worden aangespoord om hier hun verantwoordelijkheid in te nemen.
Het toenemde gebruik van asfalt in het openbaar (maar ook zelfs in tuinen) en o.a. de volbetegelde tuinen zorgen voor een groot run-off effect, het stormwater wat het dak verlaat gaat rechtstreeks naar de putten die dit vervolgens niet kunnen verwerken. Bij een regentuin zijn er in diverse vormen waterbuffers in het ontwerp verwerkt die het stormwater tijdelijk vasthouden en vervolgens weer langzaam afgeven naar het grondwater. Deze buffers kunnen bestaan uit poelen of zelfs verhoogde borders waarbij planten worden gebruikt die goed tegen extreme omstandigheden zoals; droogtes en overvloed van water. Deze planten zijn daarbij zelf ook buffers die het water weer langzaam, gereguleerd afgeven.
De RBC Waterscape Garden op de RHS Chelsea Flower Show laat zien dat deze voorzieningen niet ten koste hoeven te gaan van de schoonheid, bovendien is de biodiversiteit in tuinen met water (is leven) ook groter. De jonge Tuinontwerper Hugo Bugg werd gevraagd deze tuin met een missie te ontwerpen, de aanleg is van Himalayan Landscaping, Landscape Associates en de Royal Bank of Canada was de sponsor.
Image may be NSFW. Clik here to view.Minder bekend bij het internationale publiek dan de Chelsea Flower Show is het Chelsea Fringe Festival wat sinds een aantal jaren rond dezelfde periode wordt georganiseerd. Bij de Chelsea Flower Show komen de mensen naar de tuinen, bij de Fringe komen de tuinen naar de mensen.
Camilla de Duchess of Cornwall met de Pothole Gardener
Op allerlei locatie’s in voornamelijk Londen worden er evenementen gehouden, maar ook in steden als Birmingham en Wenen en zelfs via het internet. Elk jaar groeit het aantal initiatieven er kan zelfs tot de laatste dag voor de Chelsea Fringe nog worden aangemeld.
Tim Richardson (tuinpublicist bij de Britse krant The Telegraph) is de organisator en kwam op het idee nadat hij de Chelsea Flower Show en Edinburgh Fringe had bezocht. Volgens Tim werd hij op een ochtend wakker en dacht waarom ga ik niet een Edinburgh Fringe voor tuinen organiseren. Buurttuinen en tuinontwerpers doen volop mee met het evenement waarop ook veel aandacht aan is voor eten.
Het eerste jaar verwachte Tim Richardson ongeveer 30 deelnemers, het werden er uiteindelijk al 100, momenteel zijn er elk jaar meer dan 250 deelnemers. De criteria voor deelname zijn simpel, als het maar met bloemen of planten te maken heeft en het is legaal dan mag je meedoen. Er zijn pop-up tuinen in bijvoorbeeld vervallen fabriekshallen en ongebruikte openbaar toilet gebouwen.
De Hortensia is een veelzijdige bloeier: van boom tot bodembedekker en met bloemen in allerlei vormen. De meeste soorten komen oorspronkelijk uit Azië, maar toch voelt de hortensia zich hier helemaal thuis. Zeker in een boerentuin mag een Hortensia niet ontbreken maar ook in een romantische tuin is hij helemaal op zijn plaats.
Hortensia stelt niet al teveel eisen aan zijn omgeving, maar het is wel belangrijk dat hij een vochtige grond heeft, zeker als ze een zonnige standplaats hebben. Vooral op vochtige oevers zijn ze in hun element en kunnen ze hier flink uitdijen. In strenge winters kunnen ze behoorlijk invriezen en helaas is er dan in de zomer weinig bloei te bespeuren.
De zo geliefde blauwe Hortensia is vaak de Hydrangea macrophylla. Veel roodpaarse rassen worden behandeld met aluin om de mooie blauwe kleur te verkrijgen. Dit soort zijn vaak ook erg gevoelig voor de grond waarin ze staan, het ijzergehalte en de zuurgraad zorgen er dan voor dat ze ook blauw gaan verkleuren.
Hydrangea anomala ssp. petiolaris is een klimmer en is ook geschikt voor muren op het noorden. De takken maken hechtwortels waarmee ze zich kunnen vastmaken, op gladde muren of hout is dit minder geschikt. Wees niet te ongeduldig met deze soort want hij klimt langzaam en zeker de eerste paar jaar gebeurt er bijna niks.
De plant is erg sterk en vrijwel ongevoelig voor ziektes.
Hortensia is een perfecte tuin- en potplant en bovendien een rijke bloeier.
De nieuwe generaties hortensia bloeien van het voorjaar tot diep in het najaar en blijven dat doen, ook als je ze snoeit.
En last but not least: de plant is erg makkelijk in het onderhoud en trakteert je op wolken van sneeuwwit tot ijsblauw, van oudroze tot donkerpaars, van citroengeel tot felrood.
Sommige Hortensia’s kun je ook als snijbloem gebruiken. Met een mooie steel in een vaas geniet je zo ook binnen van een vrolijke bol vol bloemetjes. Vraag aan de verkoper welke hortensia je daarvoor het beste kunt gebruiken.
Nederlandse Tuinarchitecten hielden zich in de periode voor 1900 nog voornamelijk bezig met het ontwerpen van grote parken voor buitenplaatsen en landgoederen. Na 1900 zijn zich meer en meer gaan bezighouden met kleinere tuinen, in het begin waren dit nog veelal de tuinen van villa’s die in de nieuw gestichte villaparken verezen. Niet langer waren het uitsluitend de voorname families, de adelijke en andere welgestelde lieden die van de diensten van tuinarchitecten gebruik maakten maar vanaf 1900 waren het ook de fabrikanten, kooplieden en burgers die zich een tuinarchitect konden veroorloven.
Lange tijd was de landschapstijl het meest populair in de Nederlandse tuinarchitectuur, na 1900 kwam hier mede door de nieuwe klantenkring van villa-eigenaren verandering in. De percelen van de nieuwe villa’s bezaten niet voldoende ruimte voor deze landschapstijl, bovendien vereiste de villa-architectuur een andere overgang tussen de villa en tuin.
De villa’s hadden een meer asymmetrisch uiterlijk, de woonverdieping en terras lagen nu vaak een stuk boven het maaiveld en waren er dus inventieve oplossingen nodig om dit verschil in hoogte te overbruggen. Bovendien was er rond 1900 een toegenome belangstelling voor de indivuele plant en dan met name de winterharde kruidachtigen in combinatie met lage heesters in een meer ‘natuurlijke’ groepering.
Al deze veranderingen waren de aanzet voor een nieuwe generatie tuinarchitecten die een eigen wijze van ontwerpen ontwikkelde . Van deze nieuwe generatie was D.F Tersteeg (werkzaam 1903 – 1936) de belangrijkste voortrekker. De oudere generatie , die bestond uit o.a. L.A. Springer, D. Wattez en H.A.C. Poortman, werkten nog voornamelijk in de landschapstijl/gemengde stijl terwijl D.F. Tersteeg een geheel eigen wijze van ontwerpen ontwikkelde wat nu bekend is als ‘architectonische tuinstijl’ waarbij hij zich liet beinvloeden door ontwikkelingen in Duitsland, Frankrijk en Engeland.
Mede doordat de oude generatie zich bleef vasthouden aan de landschapstijl gingen steeds meer moderne architecten zich ook bezighouden met het ontwerpen van de tuin, iets wat tot die tijd het exclusieve terrein van de tuinarchitect was. De enkele tuinarchitect die wel inspeelde op de nieuwe ontwikkingen in de bouwkunst en aansluiting zochten bij de grote architecten kon van een goed gevulde orderportefeuille verzekerd zijn.
Vanaf ongeveer 1910 werd de architectonische tuinstijl steeds algemener geaccepteerd en werd er steeds vaker positief over geschreven door de vakpers. Hierdoor kon deze nieuwe tuinstijl zich gaan ontwikkelen als een mode. Er ontstond een hele nieuwe generatie tuinarchitecten in ons land waarvan Th.J. Dinn, H. Roeters van Lennep, G. Bleeker, J.P Fokker en J. Bergmans de belangrijkste waren.
In de jaren twintig kwamen er steeds meer bijzondere en fraaie soorten planten beschikbaar, mede hierdoor kwam in de tuinarchitectuur in deze periode steeds meer de nadruk op de beplanting te liggen. De uitbundige bloemenborders, welke vrijwel altijd rondom het huis waren gesitueerd, werden gevuld met veelal vaste planten en de kleinere soorten heesters. Bij de zorgvuldig samengestelde composities van deze borders werd er vooral aandacht besteed aan de visuele aspecten van de plant zoals hoogte, bladvorm, kleur, bladgrootte, bloeitijd en bloemvorm.
William Robinson (Wild Gardening in mixed borders en herbaceous borders) en Gertrude Jekyll waren de grote inspiratiebronnen voor de nieuwe generatie tuinarchitecten van die tijd. Het werk van Robinson en Jekyll genoot in ons land ruime bekenheid en waardering. Er ontstond een groep tuinarchitecten die zich behalve op de architectonische indeling en vormgeving van de tuin ook steeds meer op de invulling van de borders ging richten.
Mogelijk door deze veranderingen is het ook in deze periode, de jaren twintig, dat als ware navolgers van Jekyll vrouwelijke tuinarchitecten nadrukkelijk op de voorgrond traden. Waarschijnlijk voelde zij zich meer aangesproken door de subtielere rangschikking dan door de Architectonische Tuinstijl, ook de vrouwenemancipatie zal hier een rol in hebben gespeeld. Naast de mannelijke tuinarchitecten Th.J Dinn en H. Roeters van Lennep die tot de groep beplantingsdeskundigen konden worden gerekend waren het vrouwen als Mien Ruys, Tine Cool en Renske Boon die van grote invloed waren.
De laatste jaren voor de Tweede Wereldoorlog vond een vereenvoudiging in de lijnen en vormen van de Architectonische Tuinstijl plaats, minder grote bouwkundige elementen en ook het lijnenspel werd eenvoudiger. In navolging van een veel sorberder geworden architectuur werden ook de tuinen van een sober karakter, ook bij het werk van Gerard Bleeker was deze regel van ‘Eenvoud is schoonheid’ toegepast. Deze tuinstijl die tot in de jaren vijftig duurde werd aangeduid als Modernisme de belangrijkste kenmerken daarbij waren, eenvoud van het ontwerp waarbij eigenlijk niet te zien was dat de plek ontworpen was, een ruimtelijke compositie die wars is van symboliek, een functionele inrichting.
Als mogelijke reactie op de terughoudenheid onstond er eind jaren vijftig en begin jaren zestig een stroming in de tuinarchitectuur waarin tuinen juist wel nadrukkelijk een vorm en inrichting kregen. Tuinarchitecten zochten naar nieuwe eigentijdse materialen en in korte tijd werd bijvoorbeeld de grindtegel en de spoorbiels (Mien Ruys) in de tuin geïntroduceerd. Bij deze tuinstijl die bekend werd als Postmodernisme bleef de tuin in harmonie met het huis maar kreeg het ook meer eigen vormen en onafhankelijke lijnen. In deze periode deed ook de diagonale lijn als zichtlijn haar intrede. Ook werd de tuin in verschillende ruimten opgedeeld door het gebruik van een transparante afscheiding in de vorm van uitgroeiende bomen en heesters, de afscheiding is hierdoor niet exact aan te geven en verandert met het standpunt van de beschouwer. Behalve in het werk van Mien Ruys die enkele van deze elemementen heeft geïntroduceerd komt dit ook voor in het werk van Cath. Polak Daniëls.
Voor een volledig overzicht van deze periode in de Nederlandse Tuinarchitectuur is onderstaand boek aanbevolen (klik op het boek voor meer informatie hoe u dit boek kunt bestellen);
Groen doet goed, dat is een (steeds) bekend(er) gegeven. Een groeiend aantal stedelingen – van een verse generatie – hebben planten ontdekt en ervaren de positieve uitwerking ervan op hun woonomgeving. Voor bedrijven, is er mits goed doordacht en ontworpen, met planten op allerlei fronten winst te behalen.
Werken in een groene omgeving heeft veel voordelen voor bedrijven, van eenmanszaak tot multinational, waarbij de investering in groen al snel een positieve uitwerking kan hebben op het bedrijfsresultaat.
In veel gevallen zijn de planten in en om het bedrijf, ingegeven vanuit onwetendheid, de sluitpost op de begroting en krijgen zij slechts de functie van decoratie.
In landen als Duitsland en Zwitserland krijgt groen al vele jaren veel meer waardering en worden planten ingezet als middel om een prettige, gezonde en verantwoorde werkplek voor werknemers te maken.
Een mentaliteits-kwestie.
Het eerste en belangrijkste aspect waar ondernemers mee moeten beginnen is groen in en om het bedrijf niet meer als sluitpost en slechts als decoratie – met een beperkt budget – te behandelen maar we moeten het gaan zien als een investering in de bedrijfsvoering waarmee een positieve bijdrage kan worden geleverd aan het bedrijfsresultaat.
Een verandering van mentaliteit dus in een commercieel proces waarbij ook – en niet onbelangrijk – verantwoording wordt genomen ten aanzien van het milieu.
Bij grotere bedrijven (en dus ook vaak grotere oppervlakten) is de volgende stap in (deze investering) dit proces ook van groot belang, namelijk het aantrekken van een Tuin en landschaparchitect/ontwerper die met zijn/haar kennis het meest uit uw investering kan halen. Voor kleine bedrijven kan het in veel gevallen een onrendabele keuze zijn om een tuinarchitect of ontwerper in te huren, vaak is er ook maar een beperkte ruimte voor beplanting en kan u op een vrij eenvoudige wijze zelf uw beplanting aanbrengen.
Bij nieuw te bouwen projecten is het verstandig de Tuin en landschaparchitect vanaf het stadium van de tekentafel te laten samenwerken met de Architect om zodoende de beste voorwaarden binnen het ontwerp te scheppen voor planten en hierdoor teleurstelling en dus tegenvallende resultaten met deze investering te voorkomen.
Piet Oudolf (rechts) is een van de grondleggers van Naturalistische tuinontwerpen, Noel Kingsbury is promotor en publicist over naturalistisch/ecologisch tuinieren.
De basis.
Het begint natuurlijk allemaal met de keuze welke planten u gaat inzetten om het doel te bereiken. Uiteraard hoeft zich hier als ondernemer niet mee te bemoeien want hier heeft u immers uw tuinontwerper voor ingehuurd. Toch in het kort even waarom er het best voor een ecologische benadering van de beplanting kan worden gekozen.
Wanneer het gaat om een nieuw bedrijfspand kunt u het beste kiezen voor een ecologisch/naturalistisch ontwerp, bij een bestaande beplanting kan deze door uw ontwerper worden aangepast.
De beplanting bij een ecologisch ontwerp bestaat voor een zo groot mogelijk gedeelte uit inheemse planten aangevuld met cultuurplanten. Er worden combinaties gemaakt van planten die goed met elkaar kunnen gedijen en elkaar versterken. Deze stukjes nagebootste natuur hebben bewezen een grote aantrekkingskracht op mensen te hebben en hebben een duurzaam karakter doordat de planten gewend zijn aan de lokale omstandigheden en er hierdoor o.a. vrijwel geen extra watergift nodig is.
Naast dit duurzaamheids-aspect zijn er bij dit soort ontwerpen ook vele economische voordelen te behalen voor uw onderneming.
Fragment van een naturalistisch tuinontwerp van Piet Oudolf
De mogelijkheden.
Receptie/bureau’s: Vooral bij kleine tot middelgrote bedrijven is vaak elke vierkante meter binnen het gebouw benut, door niet al te grote planten in een fraaie sierpot op het bureau te plaatsen kan er toch een maximaal effect worden bereikt.
Interieurbeplanting: Vrijwel altijd zijn dit soort beplantingen op basis van hydrocultuur met als voordeel minder ziektegevoelige planten en een onderhoudsfrequentie die kan worden beperkt tot 1x per 3/4 weken. Er zijn tegenwoordig vele trendy potten die voor dit soort beplanting geschikt zijn.
Binnentuin: Een tuin in het gebouw bijvoorbeeld in de lobby of het atrium waar gebruik van kan worden gemaakt door de werknemers.
Verticale tuin: Een relatief nieuwe beplantingmethode voor binen en buiten waardoor groen kan worden toegepast op plekken waar dit voorheen niet mogelijk was. Er bestaan modulaire systemen met watervoorziening.
Buitenruimte/groenstroken etc. : Hier geeft het ecologische/naturalistische ontwerp, waarvoor we hebben gekozen, een eigentijdse uitstraling aan uw bedrijf. Stukken gazon die niet worden gebruikt voor recreatie maar hoofdzakelijk voor het visuele aspect worden veranderd in een wilde bloemenweide. Dit maakt deze plekken een stuk attractiever voor het oog maar ook het onderhoud ervan is duurzaam.
Daktuinen: Wanneer de constructie van uw pand het toelaat kunt u het dak inrichten als tuin. Anders dan bij een groendak kan deze tuin worden betreden en bijvoorbeeld ingericht worden als plek waar uw personeel gebruik van kan maken. Er zijn zelfs voorbeelden van daktuinen waar een complete golfbaan is gemaakt.
Groendaken: Met groendaken is het de bedoeling dat deze zo min mogelijk worden betreden, de meeste voordelen zijn dan ook die voor het milieu. Wanneer personeel uitzicht heeft op deze groene daken is er ook economische winst te behalen.
De tuinontwerper heeft voor uw bedrijf een plan opgesteld waarbij ook rekening is gehouden met uw wensen en heeft opdracht gegeven aan een (VHG) hovenier om deze uit te voeren. Het nieuwe of bestaande terrein/pand heeft een duurzame ecologische beplanting gekregen en geeft een nieuw elan aan uw bedrijf.
Door de decoratieve functie die uw groenvoorziening heeft bent u geneigd het budget hiervoor onder te brengen bij uw afdeling huishoudelijke dienst/facility services. Uit onderstaande punten zal u duidelijk worden dat de afdeling personeelszaken/human resources ook een steentje zal moeten gaan bijdragen aan dit budget vanwege de enorme invloed die planten hebben op de werkomstandigheden. In dit geval gaan aan de investering in groen zelfs winst halen en zijn de planten een inkomstenbron geworden.
De groene werkplek van verticale – tuinontwerper Patrick Blanc
1 – Imago
De nieuwe beplanting heeft een duurzaam karakter en geeft uw bedrijf een nieuwe uitstraling. Het ecologisch/naturalistisch ontwerp zorgt voor een grotere biodiversiteit waarmee u laat zien aan de buitenwereld dat uw bedrijf zijn betrokkenheid laat zien en investeert in een beter milieu. Zorg dus voor aandacht in de media om uw betrokkenheid in een beter milieu optimaal te etaleren.
Wanneer u bijvoorbeeld bij uw nieuw te bouwen fabriek het dak laat uitvoeren als groendak waarop de oorspronkelijke planten van het gebruikte terrein worden geplaatst zorgt u ervoor dat de impact op het milieu zo klein mogelijk is. De natuur is er immers in het aantal vierkante meters vrijwel niet op achteruit gegaan.
Het groendak van Ford Motor Company in Dearborn Michigan was bij de oplevering in 2003 het grootste van Amerika.
Elders op het fabrieksterrein heeft uw ecologische beplantingsontwerp ervoor zorg gedragen dat het onderhoud tot een minimum is beperkt waardoor er aanzienlijk minder onvervangbare grondstoffen worden gebruikt. Dit draagt bij aan een duurzaam imago voor uw bedrijf.
Uw betrokkenheid en aandacht voor een beter milieu geeft uw bedrijf dus een groen imago en vergroot het vertrouwen in uw onderneming hiermee scoort u dus al uw eerste WINST aangezien uw potentieel aan klanten dit enorm weet te waarderen en uw omzet hierdoor op (lange) termijn zal groeien.
Wanneer binnen in het bedrijf de beplanting nog niet op basis is van hydrocultuur is dit wel aanbevolen. Bij hydrocultuur liggen de onderhoudskosten tot gemiddeld 50% lager in vergelijking met aardecultuur. De aanschaf van hydrocultuur-planten is ongeveer 25% hoger maar daar staat tegenover dat de planten minder gevoelig zijn voor ziektes en daardoor een langere levensduur hebben.
Buiten (en evt. op het dak) is de beplanting zo samengesteld dat er minimaal onderhoud nodig is. Om een optimale besparing te bewerkstelligen hebben we gekozen voor een ecologisch/naturalistische benadering van het ontwerp/beplantingsplan.
Bij een dergelijk ontwerp bestaat de beplanting voor een zo groot mogelijk gedeelte uit inheemse soorten aangevuld met cultuurplanten, de belangrijkste componenten hierbij zijn vaste planten, eenjarige planten die we volgend jaar weer terug zien omdat zij zich vermeerderen door zaad en een aantal siergrassen waarbij gekozen kan worden uit een zeer uitgebreid assortiment van hoog tot laag, dik en dun in het groen, zwart, wit of rood.
Gazon’s en grasstroken welke puur en alleen een visuele functie hebben worden omgetoverd tot bloemenweides waarbij een ieder die ernaar kijkt niet anders dan er verliefd op zal worden. Vaak vormt het bestaande grasveld de basis van deze weides, er is een manier waarbij jonge vaste planten (in plug-vorm) worden geplant en er is een manier waarbij er een (voor deze specifieke locatie) samengesteld zadenmengsel wordt gebruikt.
De specifieke kennis die uw tuinontwerper heeft op dit gebied zijn hier van cruciaal belang, net als bij de meeste ambachtelijke beroepen in ons land zijn deze beroepen niet beschermd. onder dit bericht kunt u links zien naar tuinontwerpers en hoveniers die in dit soort ecologische tuinen zijn gespecialiseerd en hier vaak een jarenlange opleiding voor hebben gevolgd.
Bij het onderhoud kunt u WINST halen uit;
Een lagere onderhoudsfrequentie: de eerste 3/4 jaar zal de tuin nog wat extra aandacht nodig hebben en zal er hier en daar nog een aanpassing nodig zijn om na deze eerste periode een 50% besparing te realiseren ten opzichte van een meer traditioneel ontwerp. WINST op de kosten voor het onderhoud.
Lager watergebruik: De inheemse planten in het beplantingsplan zijn gewend aan de omstandigheden zoals bijvoorbeeld de hoeveelheid regenwater de andere planten zijn op deze behoefte afgestemd. Alleen in het geval van extreme hitte kan er een extra watergift noodzakelijk zijn. WINST op uw water-rekening.
Gezondere planten: Een ecologische/naturalistische tuin komt dicht bij de natuurlijke situatie waarbij planten ook gemengd staan, planten kunnen hierdoor elkaar versterken en zijn de planten hierdoor gezonder. WINST doordat er geen bestrijdingsmiddelen nodig zijn.
Minder gebruik van (onvervangbare) grondstoffen: Met uitzondering van de winter moet gras vaak worden gemaaid, door de aanpassing die we gedaan hebben, van gazon naar wilde bloemenweide, is dit maaien nog slechts tweemaal per jaar nodig. Dit levert een flinke besparing op in onderhoud en het gebruik van fossiele brandstof. WINST dus voor het milieu en in uw onderhoudskosten.
Bij veel bedrijfspanden zijn de kosten voor het koelen (airconditioning) in de zomer hoger dan de kosten voor het verwarmen in de winter. Met de aanleg van groendaken op uw bedrijfspand behaald u een direct resultaat door een flinke daling in uw energiekosten.
Om een maximaal effect te verkrijgen moet het groendak worden voorzien van een groenblijvende beplanting.
Bij een buiten-temperatuur van tussen de 25-30 graden celsius is de binnen-temperatuur onder een groendak 3-4 graden lager in vergelijking tot een conventioneel dak. In klimaten waarbij airconditioning essentieel is voor het verkrijgen van een aangenaam werkklimaat kan een groendak een belangrijke rol spelen bij het verlagen van de binnen-temperatuur, een verlaging van de temperatuur van 0,5 graden, door een groendak, geeft een besparing in de kosten voor airconditioning van 8%.
In Canada heeft Environment Canada onderzoek gedaan bij twee dezelfde bedrijfspanden met één verdieping. Een van de gebouwen was voorzien van een groendak (met div. grassoorten) waarop een substraatlaag is aangebracht van 10 cm, het andere gebouw was voorzien van traditionele dakbedekking, Het gebouw met het groendak was daarbij 25% goedkoper uit met de kosten voor het koelen met airconditioning in vergelijking met het gebouw zonder een groendak.
Vooral bij grote kantoren en fabrieken is deze besparing van gemiddeld 25% op de energiekosten een belangrijke reden om het gebouw van een groendak te voorzien. Het gaat hier immers over grote bedragen waarbij de investering in een groendak al snel WINST opbrengt.
4 – Gezond en gemotiveerd personeel.
Omgevingspsycholoog en hoogleraar natuurbeleving Agnes van den Berg is gespecialiseerd in onderzoek naar natuur en gezondheid. Uit veel van haar wetenschappelijk onderzoek kwamen feiten naar voren die velen van ons wel zullen (h)erkennen maar waarvan nu onomstotelijk het bewijs is geleverd.
Alleen al het uitzicht op groen, zoals uw werknemers dat straks hebben op bijvoorbeeld het groendak, geeft ons een gevoel van geluk, vitaliteit en werkt stress-verlagend. Een belangrijke eigenschap van planten is het zuiveren van de lucht hier kunnen wij in het kantoor goed gebruik van maken. Het werken in een groene omgeving heeft een positieve invloed op ons gevoel van welbehagen, creativiteit en gezondheid, uw werknemers voelen zich beter en daar kunt ook u de vruchten van plukken. Ook het lage ziekteverzuim bij het werken in een licht en groen pand moet u als muziek in de oren klinken.
Huizen in groene wijken zijn meer waard bij de verkoop.
In groene wijken is minder criminaliteit.
Wonen in een groene omgeving geeft een gevoel van veiligheid.
Op groene schoolpleinen wordt minder ruzie gemaakt en minder gepest.
Patienten in het ziekenhuis herstellen sneller na een operatie bij uitzicht op groen.
Het ziekteverzuim van ziekenhuispersoneel die werken in een gebouw waarbij binnen veel licht en groen is aangebracht (en evt. uitzicht op groen vanuit het gebouw hebben) ligt veel lager dan bij traditionele ziekenhuisgebouwen.
Planten in huis en uitzicht er op geeft een gevoel van vitaliteit.
Planten zuiveren de lucht en vangen fijnstof op. Dit heeft een positief effect op onze gezondheid.
Planten in huis en uitzicht er op werkt stress-verlagend en geven ons een gevoel van welbehagen.
Wanneer uw personeel (human resources) werkt in een pand met veel groen – binnen en buiten – heeft dit een wetenschappelijk bewezen positief effect op de werk(atmo)sfeer. De WINST hierbij is, gezondere en beter gemotiveerde werknemers met een hogere productiviteit en minder vaak ziek.
In de vorige eeuw gaven grote ondernemingen, zoals de N.S en Verkade, stukken grond aan hun werknemers ter beschikking voor het kweken van voedsel. Wanneer ook u op het bedrijfsterrein hiertoe in staat bent is het zeker de overweging waard, het bespaart u in het onderhoud en het vergroot de goodwill bij uw werknemers.
Het naturalistisch ontworpen groen op en rondom uw bedrijf levert een enorme winst op voor het milieu door een grotere biodiversiteit en het duurzame karakter. Het dierenleven in dit soort stukjes nagebootste natuur zal ook uw werknemers boeien en betrokken maken bij het groen. U laat hierdoor als ondernemer zien dat u betrokken bent bij een beter milieu en dat komt u uiteindelijk alleen maar ten goede. Voor het milieu en uw onderneming betekent dit uiteindelijk onder de streep alleen maar …….WINST!
De tijd van het grote tuinen struinen is weer volop aangebroken, de aankondigingen vliegen ons weer om de oren. Keurige borders op kleur, gladde gazons, velden vol wilde bloemen of prairie in de polder, voor een ieder is er weer van alles te beleven in tuinenland. Geen beurs, tuinshow of modeltuin kan tippen aan de grote open tuinen reality show.
Om inspiratie op te doen voor uw eigen tuinis het bezoeken van een open tuin een uitgelezen kans. De meeste tuineigenaren vertellen uw graag hun ervaringen en kunnen u een stukje op gang helpen voor uw eigen plannen. Naast diegene die deze periode gebruiken voor het bepalen hoe de tuin er bij het nieuwe huis uit gaat zien is er een grote groep van tuinliefhebbers die het gewoon heerlijk vinden om bij collega’s de tuin te bekijken.
Natuurlijk is iedere tuineigenaar trots op zijn eigen product en is er niks leuker om je trots aan anderen te tonen. Sinds 2009 begeef ik mijzelf in de wereld van de tuinen, door een probleem met mijn benen kon ik mijn vak als bloemist niet meer uitvoeren maar ik mag wel zeggen dat dit een geluk bij een ongeluk blijkt te zijn. Wat ik als allergrootste geluk ervaar is dat ik in een wereld terrecht ben gekomen waarin vrijwel iederen hun kennis en passie – met liefde – met elkaar wil delen en er vrijwel geen nijd of jalouzie bestaat.
Een van de redenen is waarschijnlijk doordat geen tuin hetzelfde is, iedere tuineigenaar heeft zijn eigen visie, stijl, mogelijkheden, favoriete planten en plantcombinaties. Dit maakt het bezoeken van elkaars tuin des te boeiender en valt er simpelweg niets met elkaar te vergelijken.
Groei en Bloei heeft dit jaar voor het eerst de Nationale tuinweek aan het open tuinweekend toegevoegd, een fantastisch initiatief, waar de kersverse - en gedreven – Ad Maarse mee laat zien dat hij de voorzitter is die de grootste tuinvereniging van ons land nodig heeft.
Het grootste gedeelte van de afdelingen heeft in deze week een aantal activiteiten op het progamma staan zoals scholencompetities en bomen planten. Wanneer er dan dit weekeinde, geholpen door het fraaie weer en de aandacht van diverse media, ook nog wat meer mensen de open tuinen komen bezoeken mag men spreken van een geslaagde eerste Nationale Tuinweek.
Het open tuinenweekend van Groei en Bloei wordt georganiseerd door de afdelingen, op de website staan links naar de verschillende afdelingen. Alleen een beetje jammer dat wanneer je na verschillende malen doorklikken – waarbij 80 % van de bezoekers al zijn afgehaakt – bij sommige afdelingen een lege pagina aantreft. Het zoeken naar een open tuin van Groei en Bloei kan waarschijnlijk het beste via lokale media.
De Nederlandse Tuinenstichting heeft met haar Open Tuinengids het meest duidelijke overzicht voor het vinden van tuin naar keuze. De bijna 300 open tuinen in de gids worden vooraf allemaal bezocht door de vakkundige leden van de Open tuinen commissie. De beoordeling van een tuin is natuurlijk altijd subjectief, maar het uitgangspunt is dat in een ‘goede’ tuin een balans is gevonden tussen elementen zoals vaste planten, groenblijvers, struiken, bomen, gras, water en eventuele kunstobjecten. De gids ontvangt u als donateur van de NTS er staan ook een aantal bekende tuinen in de lijst en zijn de tuinen een aantal dagen gratis te bezoeken voor donateurs van de NTs.
Veel van de tuinen die u in de Nationale Tuinweek en op andere open tuindagen kunt bezoeken zijn ook op andere data open voor publiek.
In veel van de showtuinen tijdens de RHS Chelsea Flower Show 2014 waren opvallend veel planten te bespeuren met een donker gekleurde bloeiwijze. Presentator Monty Don bevestigde dit tijdens een van de dagelijkse BBC liveshows vanaf dit tuinevenement, volgens deze kenner ging het hierbij voornamelijk om paarse en (bijna) zwarte bloemen.
Gespot op Chelsea; Lysimachia atropurpurea ‘Beaujolais’
Vanaf het begin van de vorige eeuw heeft het tuinieren op kleur zich in ons land ontwikkeld. In veel open tuinen en privétuinen zien we tegenwoordig nog steeds veel beplantingen in een bepaald kleurenthema. Kleur bepaalt voor een groot deel de sfeer van een tuin en kan zijn ingegeven door een persoonlijke voorkeur of in een bepaalde periode ‘trendy’ zijn.
Veel tuineigenaren zijn te behoudend omdat ze denken dat er goede en slechte manieren zijn om kleuren te combineren. Kleurenthema’s komen het beste tot hun recht als ze worden toegepast in kleine gedeeltes van een groter geheel zodat verschillende thema’s zo beter tot hun recht komen.
Wanneer u ervoor kiest om uw tuin in één kleur te maken doet u er goed aan planten te kiezen met contrasterende bloem en bladvormen en te combineren met planten waar het blad de belangrijkste eigenschap is. U kunt er ook voor kiezen om dicht bij elkaar liggende kleuren te gebruiken. Bij het gebruiken van complementaire kleuren maakt u sterke contrasten met kleuren die elkaars tegenpool zijn zoals bij geel met violet.
Planten met blauwe bloemen kunnen bij gebruik in een border met andere kleuren er voor zorgen dat er een gevoel van diepte ontstaat doordat zij dieper in de border lijken te liggen. Planten met paarse bloemen kunnen voor een mystiek gevoel zorgen.
De planten met donkere kleuren zoals die recentelijk te zien waren op de RHS Chelsea Flower Show zijn eigenlijk ongewone kleuren, het zijn donkere versies van de meer gebruikte kleuren. Alleen de sombere types onder u zullen geneigd zijn om een hele verzameling van planten in deze kleur te willen planten. De meesten van ons zullen ze gebruiken om accenten te geven in de border.
Clematis ‘Gipsy Queen’ – Late large Flowered group
Zeker is dat ze de aandacht zullen trekken van bezoekers aan uw tuin door hun ongewone uitstraling. Het effect kan nog worden vergroot door te gaan combineren met lichte kleuren, het eindresultaat kan erg gedistingeerd zijn.
Er zijn niet veel planten die van nature donkere bloemen hebben, veel planten produceren er af en toe een die dan door kwekerijen wordt vemenigvuldigd.
Image may be NSFW. Clik here to view.Op uitnodiging van Tanja van der Knoop (Hof van de vierde Sortie) verbleef de Russische tuinfotograaf Sergey Karepanov enkele dagen in ons land. Tijdens zijn verblijf bezocht hij samen met Tanja tuinen in de regio Utrecht en in de provincie Groningen. De foto’s die Sergey maakte tijdens zijn tuinenreis door ons land zijn exclusief te bekijken hier op TuinenStruinen. Allereerst de tuin van Marieke Nolsen in Leusden.
Het was niet het beste weer toen Sergey in mei van dit jaar de tuin van Marieke bezocht om een fotoshoot te maken. De meeste bolgewassen hadden hun diensten als brengers van kleur in de lente er al weer op zitten. Hier en daar bloeit er weer een enkele Geranium of Akelei maar het grote spektakel van kleur laat op dit moment in mei nog even op zich wachten.
Marieke Nolsen is als bloemstyliste een vaste verschijning in veel tijdschriften zoals, Groei & Bloei, Landleven, Home & Garden en Seasons waar zij op een verfrissende wijze laat zien hoe bloemarrangementen het beste gemaakt kunnen worden. Marieke staat bekend om haar bloemwerken met veel tuinbloemen in een weelderige natuurlijke schikking.
In de zomer is de tuin van Marieke Nolsen eigenlijk op zich één groot bloemstuk, duidelijk is dan de hand van een bloemschikster te herkennen in de rangschikking van de planten. De vele deelnemers aan een van de vele workshops die Marieke geeft kunnen in de tuin veel inspiratie krijgen door de combinatie’s van planten te bekijken. De prachtige locatie van huis en tuin te samen met de ervaring en het enthousiasme van Marieke staan garant voor een succesvolle workshop.
In 2002 is Marieke vanuit Twente in Leusden komen wonen en heeft zij de enigszins verwaarloosde tuin, met heel veel plezier opgeknapt. Bij het eigen ontwerp heeft zij gekozen voor een strakke indeling , beukenhagen en buxussen bepalen de stuctuur en delen de tuin in vier verschillende tuinkamers.
De tuin van ongeveer 1000 m2 is qua sfeer aangepast aan de karakteristieke woning, die behoort bij het Landgoed den Treek. De tuin beschikt over meerdere borders die rijkelijk gevuld zijn met vaste planten en heesters.
Ik houd van weelderige, transparante borders met een hele natuurlijke uitstraling. Als bloembindster vind ik het heerlijk om met bloemen uit de tuin te werken, dus de beplanting bestaat voor het grote gedeelte uit bruikbare bloemen,bessen en groen voor het schikken van hele natuurlijke arrangementen met een eigentijdse tuinlook. Zo staan er een heleboel malusappelboompjes, allerlei rozebottelsoorten, veel klimopbessen en hortensia’s in.
Na een bezoek aan de tuin of het volgen van een workshop bij Marieke zijn de volgende tuinen goed te combineren;
* Landgoed Hindersteyn Langbroek
* Hof van de vierde sortie Amersfoort
* De tinshof Leusden
* Groot Zandbrink Leusden
* De tuin van fam. Caljouw Amersfoort
* De tuin van de fam. v. Schelven Ter Schuur
* De tuin van de fam. Sandig Achterveld
* De tuin van de fam. Luteijn Zeist
* De tuin van Beline Geertsema Soest
* De tuin van Ank Maertens Soest
De tuin van Marieke Nolsen staat in de lijst van 300 door de Nederlandse Tuinenstichting goedgekeurde tuinen in de Open Tuinengids 2014. Als u donateur wordt van de Nederlandse Tuinenstichting ontvangt u de Open Tuinengids 2014 en elk seizoen het Tuinjournaal. Donateurs kunnen (indien opgenomen in de Open Tuinengids) gratis elkaars tuin bezoeken.
Henri Copijn wordt op 3 maart 1842 geboren in Groenkan, hij is de oudste zoon van Jan Copijn en Egbertha van Oostveen. De kwekerij in Groenekan is sinds 1780 in bezit van de familie Copijn. Jan Copijn neemt de leiding van de kwekerij over als zijn vader en broer in korte tijd na elkaar overlijden, daarnaast begint hij met het ontwerpen en aanleggen van tuinen en parken.
Als zoon Henri op zijn zeventiende de technische school verlaat komt hij bij zijn vader in de zaak werken. In 1874 trouwt Henri met Theodora van Leeuwen en als in 1886 zijn vader sterft zet de inmiddels 44 jarige Henri de zaak voort samen met zijn halfbroer Pieter Gerard onder de naam Gebroeders Copijn.
De ontwerpen die Henri Copijn tussen zijn zeventiende en achtendertigste maakt worden tot zijn vroege werk gerekend. Al zijn ontwerpen in deze periode zijn in de landschapsstijl, met beekjes, vijvers en productiegronden. In deze periode laat Henri zich inspireren door o.a. H.Witte die in zijn boek Tuinen, villa’s en buitenplaatsen zijn ontwerpen net als Henri worden getekend in vogelvluchtperspectief. De vroege werken van Henri Copijn zijn voornamelijk beïnvloed door de Duitse tuinkunst en dan met name van Siebeck.
Kasteel de Haar / Castle de Haar (Photo credit: Bert Kaufmann)
Tussen 1880 en 1905 heeft Copijn duidelijk zijn bloeiperiode, in deze tijd ontwerpt hij zijn grootste en bekende parken. Vanaf 1901 werkt hij samen met zijn zoon Lodewijk onder de naam, H. Copijn & Zoon. De ontwerpen welke Henri maakt in deze periode zijn wel vernieuwend voor de Nederlandse tuinkunst in tegenstelling tot zijn vroege werk wat al als ouderwets werd gezien in die periode. Het is vanaf ongeveer 1885 dat Henri Copijn ook geometrische tuingedeelten opneemt in zijn landschappelijke ontwerpen. Vaak krijgt dit geometrische deel een plaats bij het huis of ander gebouw in het park in de vorm van een verdiepte bloementuin.
Na 1905 wordt Henri Copijn duidelijk minder beïnvloed door de Duitse tuinkunst, vanaf nu richt hij zich meer en meer op de eenheid tussen huis en tuin. Als algemene regel zou men kunnen aannemen dat de architectonische lijnen van het huis in de naaste omgeving zal worden vervolgd, om door deze rechtlijnige aanleg een overgang te vormen van huis tot park.
Na 1905 worden er meer tuinstijlen toegepast maar wordt ook nog de landschapsstijl gehanteerd. Het verleden blijft ook een grote inspiratiebron voor Henri Copijn. De tuin bij ‘Oud Holland’ is een van de eerste geheel rechtlijnige tuinen die Copijn aanlegt. Eveneens worden er villatuinen aangelegd die op de Franse barok zijn geïnspireerd. In Copijn’s nieuw-architectonische tuinen krijgt ook de natuurlijke beplanting, zoals van Robinson en Jekyll, een plaats in zijn ontwerpen. Copijn maakt in zijn nieuw-architectonische tuinen weinig gebruik van bouwkundige elementen zoals pergola’s, gemetselde zitjes, priëlen en dergelijke.
In 1923 overlijdt Henri Copijn. Hij is dan eenentachtig jaar. Henri Copijn heeft vanaf zijn zeventiende een grote stempel gedrukt op een veranderende Nederlandse tuinarchitectuur. Zijn ontwerpen met hun spiegelende vijverpartijen en monumentale bomen vormen tegenwoordig nog altijd een geliefde wandelplek, zoals het Wilhelminapark in Utrecht, het Rengerspark in Leeuwarden en het Van Boetzelaerpark in De Bilt.
Ook grote particuliere Copijntuinen uit de negentiende eeuw bleven behouden, zoals het kasteelpark van De Haar bij Haarzuilens en Hydepark bij Doorn.
Boompjes met gesnoeide kronen in de kwekerij van Copijn (Photo credit: ednl)
De blijvende invloed van de Copijn’s.
Tegenwoordig is ‘Copijn’ een merknaam van een bureau in Utrecht dat zich opgesplitst heeft in tuin- en landschapsarchitecten, boomspecialisten en groenbeheer. Een van hun spraakmakende ontwerpen is de renovatie van de Rijksmuseumtuin.
Ondertussen zijn J’ørn en Lia Copijn onverminderd actief in hun nieuwe ontwerp- en adviesbureau Copijn Bruine Beuk en is boomkwekerij en tuinontwerpbureau Copijn & Zoon in Groenekan overgenomen door Loeks dochter Anne-Kim Copijn (1966-) en haar broer Mark Copijn (1967-), die de boomkwekerij in Groenekan runt.
Ir. Sonja Copijn (1970), afgestudeerd in Wageningen en dochter van J’ørn en Lia Copijn heeft een consultancybureau dat onder andere samenwerkt met Copijn Bruine Beuk.
Born Copijn (1972), zoon van Allrik Copijn, heeft in Boskoop gestudeerd en heeft nu een eigen hoveniersbedrijf. Olivier Copijn (1974), zoon van Tom Copijn, heeft de opleiding Larenstein techniek gedaan en werkt als directeur realisatie bij hoveniersbedrijf Van der Tol. Edward Copijn (1982), zoon van Piet Hein Copijn, is boomverzorger.
Image may be NSFW. Clik here to view.Het huis, dat dateert uit de vroege 17e eeuw, is de thuisbasis van de Frans-Amerikaanse dirigent en in barokmuziek gespecialiseerde, William Christie. Twintig jaar geleden was het huis nog een ruïne en de tuin een kaal veld sindsdien heeft Christie het huis gerestaureerd en creëerde tuinen die wereldberoemd zijn geworden.Image may be NSFW. Clik here to view.
Image may be NSFW. Clik here to view.William Christie kon vanuit het niets beginnen, het werd uiteindelijk een tuin geïnspireerd door de Italiaanse en Franse tuinen van de ‘grand siècle’, een dierbare periode voor hem. De tuin is uitgegroeid tot een oase van schoonheid en plezier.
Zowel musicaal als met de tuin heeft William Christie zich gespecialiseerd in de Barokperiode van de 17de en 18de eeuw. Christie heeft een ongelofelijk gevoel voor precisie en weet zich vaak momenten van bezoeken aan andere baroktuinen, al is het 40 jaar geleden, nog goed voor de geest te halen en hier inspiratie uit te halen voor zijn eigen tuin. Barok is volgens William Christie een kunstvorm die met een jeugdige energie de toekomst tot ons brengt door middel van een rijk verleden. Image may be NSFW. Clik here to view.
De tuinen van Powis Castle hebben een geschiedenis van meer dan 300 jaar. De rood stenen muren van het kasteel, boven op een heuveltop in het landschap van Wales, vormen een dramatische achtergrond tijdens een wandeling door de tuinen. Duidelijk zijn de Franse en Italiaanse invloeden in de tuin te zien.
Een groot gedeelte van de 23 ha tuin vormen de terrassen met tuinen rondom het kasteel, deze bieden een uniek uitzicht op ondergelegen tuinen en het prachtige omringende landschap. Elk seizoen van het jaar heeft de tuin van Powis Castle iets prachtigs te bieden, na een barre winter staan duizenden narcissen u op te wachten en later in de seizoenen zijn het de bruisende kleuren van de rhododendrons en de klassieke schoonheid van Wisteria en Magnolia die u verwelkomen.
Iets meer dan honderd jaar geleden waren het Graaf George Herbert en zijn vrouw Violet die de tuinen grondig renoveerde en in 1952 het kasteel en tuinen hebben overgedragen aan het National trust.
Dicht bij het kasteel hebben de tuinen op de terrassen een formeel karakter. Hoe lager je komt hoe minder formeel de tuinen worden en zijn er zelfs plannen voor een nieuw terras met een eigentijdse naturalistische beplanting.